Wat houdt een capaciteitenonderzoek in?

Bij een capaciteitenonderzoek meten wij de verstandelijke bekwaamheid (intelligentie) van de kandidaat. Wij gebruiken daarvoor wetenschappelijk gevalideerde capaciteitentesten. Deze testen zijn op meerdere niveaus beschikbaar. In overleg met de opdrachtgever wordt een keuze gemaakt welke testen worden afgenomen.

Wij onderscheiden twee soorten testen:

  1. Testen die aspecten van algemene intelligentie meten. De scores van de kandidaat worden afgezet tegen de gewenste normgroep: MBO, HBO of W.O. Vervolgens stellen wij het werk- en denkniveau van een kandidaat vast.Testen die vaak gebruikt worden zijn: Analytisch vermogen/Abstract logisch denken, Verbaal redeneervermogen, Technisch inzicht en Ruimtelijk inzicht.
  1. Testen die schoolse vaardigheden meten. Te denken valt aan Rekenvaardigheid, Spelling, Woordenschat, Taalgebruik. Ook deze testen worden afgezet tegen de gewenste normgroep.

Biedt een diploma de garantie voor een bepaald werk- en denkniveau?

Een diploma biedt geen garantie voor het hebben van het bijpassend niveau. Zo kan het voorkomen dat een persoon een hoger werk- en denkniveau niveau heeft dan zijn of haar diploma doet veronderstellen. Andersom komt ook voor.

Als er redenen zijn om voor een bepaalde functie MBO, HBO of W.O. niveau te eisen, dan is het zowel voor de kandidaat als voor de organisatie van belang te weten of het gewenste niveau inderdaad aanwezig is. Dit om intellectuele over- of onderbelasting te voorkomen.

 

Wanneer is een capaciteitenonderzoek van belang?

In alle gevallen waarin een passend werk- en denkniveau wordt vereist voor een functie of opleiding.

Capaciteitentesten vormen een uitstekend instrument voor:

  • de selectie van kandidaten voor een functie, een opleiding of een beroepskeuze
  • de beoordeling van doorgroeimogelijkheden (talent ontwikkeling) van kandidaten
  • de selectie van kandidaten die dienen te beschikken over specifieke, cognitieve kwaliteiten

Zijn verstandelijke capaciteiten ontwikkelbaar?

Verstandelijke vermogens zijn in belangrijke mate erfelijk bepaald. Tot de hersenen volgroeid zijn, is onder de juiste condities verdere ontwikkeling mogelijk. De ontwikkelbaarheid van verstandelijke capaciteiten wordt begrensd door de aangeboren mogelijkheden hiervoor. Bepaalde aspecten van verstandelijke capaciteiten zoals analytisch vermogen, abstract logisch denken, verbaal redeneervermogen, technisch en ruimtelijk inzicht zijn op latere leeftijd nauwelijks nog ontwikkelbaar.

Vaardigheden zoals rekenvaardigheid en woordkennis kunnen tot op oudere leeftijd door oefening positief beïnvloed worden.